maakleerplek
De lessen
“maakleerplek heeft heel wat worstelingen moeten doorstaan. Het is een echte parel, maar het project is heel hard getroffen door corona. Wat de mlp vooral laat zien is het belang van het starten vanuit een duidelijke visie en missie en om die vervolgens concreet te maken. De mlp tilt het concept van een multifunctionele ruimte naar een hoger niveau met de verschillende plekken en contexten om te leren waar anders wordt gekeken en omgegaan met grondstoffen, principes en (voor)waarden.”
– Gijs Dierckx, onderzoeker en adviseur bij Drift
Wat was de uitdaging om het project op te starten? Wat ervaarden jullie als een probleem? Waarom wilden jullie dit project doen?
Joke Vandenabeele: Ik erken het belang van een sterke visie of een sterke missietekst die zich richt op wat er vandaag al anders kan. Daar hebben we inderdaad van in het begin aan gewerkt met het werkkader en met die drieslag grondstoffen, principes en (voor)waarden. Maar dit houdt ook de analyse in die we maakten over het moeilijke leiderschapsmodel (governance) en het ‘samen plek maken’.Meer over ‘samen organiseren voor transitie’ (governance) lees je hier. Dat zijn voor mij twee belangrijke sporen.
Ruth Wouters: Aan de inkom van de mlp hangt een zeildoek met de verschillende partners van mlp. Dat is een heel diverse groep van een 40-tal organisaties of individuen die het oorspronkelijke mlp-charter (digitaal) hebben ondertekend. Het zeildoek is echter niet helemaal (meer) representatief. Er staan namen op van mensen en organisaties die in het begin wel heel sterk hun affiniteit hebben uitgesproken met het project vanuit de visie en het werkkader. Maar eigenlijk is het zeildoek te eng en tegelijk ook te breed. Het weerspiegelt niet helemaal (meer) de realiteit van wie hier uiteindelijk in de deelplekken ook mee deel uitmaakt van mlp.
Joke Vandenabeele: Op zich was dat charter een sterk signaal omdat het werkkader er al heel erg in vervat zat en de idee dat ‘iedereen kan maken’. Natuurlijk zat daar dan nog een moeilijke oefening achter met vele vragen. Bijvoorbeeld: mag iedereen hier dan gewoon zijn of moet er toch huur betaald worden? Wat met de kosten? Welk business model kan hier vorm krijgen? Moet iedereen een vaste plek krijgen in die grote ruimte?… Dergelijke vragen ‘schuren’ natuurlijk met de idee dat je met heel veel diverse mensen de kans hebt om voor heel veel kruisbestuivingen te zorgen.Over ‘wendbare ruimte voor leren’ ontwerpen lees je hier.
Al in het eerste projectjaar bleek doorheen de overlegmomenten, gesprekken en concrete praktijken dat het leiderschapsmodel of de zogenaamde governance van mlp – en bij uitbreiding van een plek-in-transitie – bijzondere aandacht nodig had.
– Ruth Wouters
Ruth Wouters: Al in het eerste projectjaar bleek doorheen de overlegmomenten, gesprekken en concrete praktijken dat het leiderschapsmodel of de zogenaamde governance van mlp – en bij uitbreiding van een plek-in-transitie – bijzondere aandacht nodig had.Meer over ‘samen organiseren voor transitie’ (governance) lees je hier. We staken de koppen bij elkaar en kwamen met 4 mogelijke scenario’s voor onze rol in de mlp.
Ruth Wouters: Ofwel zouden we ons aan de dagdagelijkse knoppen zetten van de werking en de mlp inhoudelijk mee aansturen, ofwel zouden we opnieuw de rol van een SOM-labo opnemen – een labo binnen het organisatienetwerk Samen Onderwijs Maken – waaruit het project aanvankelijk ook ontstaan was. Ofwel zouden we New Media Lab als focus nemen voor onze werking. In een laatste scenario zouden we onze focus richten op pioniers/maakleerplekkers om het werkkader uit te voeren en de idee loslaten om via de coördinatie invloed uit te oefenen op wat er in mlp gebeurt. Deze mogelijke scenario’s vormden de aanleiding om met alle actoren in gesprek te gaan.
Joke Vandenabeele: Dat is een moeilijk proces geweest, maar het goede is dat er over gesproken is kunnen worden. De moeilijkheden zijn benoemd en de zoektocht kon op die manier worden verder gezet. Er zijn heel veel stappen gezet, en het is nooit vastgeroest geraakt. Er zijn mensen blijven trekken. En dat vind ik knap.
Ruth Wouters: Dat is inderdaad een grote sterkte geweest. We hebben kunnen blijven denken, filosoferen, onze visie scherper krijgen. Ik vroeg me ook heel vaak af wanneer we nu eens echt iets zouden kunnen gaan doen, en dan op een bepaald moment kwam het er toch van.
Sarah Martens: Dat is echt wel een rol die we met het ESF-project, en als transitiemotor, genomen hebben. Altijd doken er leervragen op die niet afgesloten zijn. Er was wel een ondertekend charter, en de partners stonden op een zeildoek, maar hoe bewaar je daar openheid in terwijl er tegelijk veel spanning op zit? Ook bijvoorbeeld over de bezettingsvergoeding. Hoe ga je daar mee om? Dat blijft een continu leerproces.
Ruth Wouters: Die frictie heeft, naast corona, veel tijd en energie gekost. Een belangrijke stap was dus dat we besloten dat wij niet de mlp waren, maar dat we de transitiemotor van de mlp zijn. Wij liepen er – als het ware – langs zoals het ook al de bedoeling was toen we het projectvoorstel schreven. De eerste feedback, ook van onze reflexieve monitor, was dat het zo allicht niet ging werken. We zouden eerder partner moeten worden, en niet langs de zijlijn blijven staan. Dat was de eerste grote denkoefening, waar ook Stijn nog sterk aan bijgedragen heeft. Dat is van in het begin heel moeilijk geweest, ook vanuit de stad. En toen kwamen we ook nog eens dieper in de coronacrisis terecht… Er was nog altijd geen fysieke plek. Toen hebben we onze positie nog verder verscherpt, via het opmaken van vier scenario’s.
Ik heb nog nooit een project meegemaakt waar politiek en stedelijke diensten zo mee aan zet zijn en er allemaal ook heel erg aan trekken vanuit een heel ander discours, ideologie en organisatiemodel dan wat ik aan de hogeschool gewoon ben en waar ik op het operationele vlak altijd veel vrijheid ervaar.
– Ruth Wouters
Ik heb nog nooit een project meegemaakt waar politiek en stedelijke diensten zo mee aan zet zijn en er allemaal ook heel erg aan trekken vanuit een heel ander discours, ideologie en organisatiemodel dan wat ik aan de hogeschool gewoon ben en waar ik op het operationele vlak altijd veel vrijheid ervaar. Dat was nu een heel stuk minder. De verklaring waarom de politiek en de stedelijke diensten er zo bovenop zitten, heeft natuurlijk te maken met dat deze site gezien wordt als een van dé strategische locaties van Leuven. Dit initiatief moést slagen. Dit is één van de ‘vergeten’ wijken waar jarenlang armoede, leegstand en verloedering heerste en dat moest rechtgezet worden. Alle hippe kantoren zijn ondertussen naar hier gekomen, van productiehuizen tot startups, ook de nieuwe restaurantjes en een cultuurcentrum dat trouwens heel knappe dingen doet. Maar onderwijs was afwezig. Er was weinig plek voor jongeren. En deze site was er nog, dus ze was ideaal om invulling te krijgen vanuit en voor onderwijs in brede zin.
Joke Vandenabeele: Het ESF-project is wel noodzakelijk geweest als externe partner om die ruimte te kunnen behouden, en om de onderlinge fricties zichtbaar te mogen maken. Hoe je het ook draait of keert, de politiek werkt vooral vanuit een beloftelogica. Die heeft een verkiezingsbelofte gedaan die misschien wel haaks staat op wat er in kleine labo’s zoals mlp aan het groeien is rond leven, leren en werken in 2050. Maar hoe kan je experimenteren als je op voorhand al belooft wat er zal of zelfs moet zijn? En dat merk je tot in de kleinste details, bijvoorbeeld in het plaatsen van té veel bordjes in het gebouw, tot in de grote dingen, bijvoorbeeld een te grote druk die een te complexe governance op de plek uitoefent.Governance is een pertinent thema als je samen wil organiseren voor transitie. Lees hier meer. En dan is het de hele tijd zaak om ruimte te maken voor vragen, en om dat te mogen doen. Voor mij zit het antwoord in de combinatie van engagement opnemen maar ook aandachtig of zorgzaam denken mogelijk maken voor de plek zelf en wat er daar tussen mensen, materialen en werktuigen aan het groeien is. En dat kan misschien alleen maar als je externe financiering hebt die niet zuiver afhankelijk is van het lokale niveau.
Joke Vandenabeele: Want we moeten daar eerlijk in zijn. De plek heeft een zekere openheid, maar ook een beladenheid. De studenten zijn daar op gestoten. Ze zijn hier in de buurt gesprekken gaan voeren, ook over maken/leren in de buurt. Soms kwamen daar heel enthousiaste reacties op, maar soms ook giftige. De perceptie leeft dat de mlp niét voor iedereen is, maar vooral geclaimd wordt door bepaalde groepen mensen.Meer over ‘inclusie door cocreatie’ lees je hier.
Ruth Wouters: Er zijn denkoefeningen geweest om mensen naar hier te halen. Voor de gehoopte opening in september 20202 waren er al wel wat activiteiten. Een aantal projecten konden we al copyright mlp noemen. We organiseerden een hackathon met leerkrachten om na te denken over hoe we leren, onderwijs en maken met elkaar kunnen verbinden in 2050. We deden een Steenwijk-tocht. Hogeschool Thomas More hielp ons om de meubels te ontwerpen. We hadden projecten zoals ontwerpstudio Randstad, werkten samen met Ruimtevaart, maar ook Media Lab.
Van in het begin zijn we op zoek gegaan naar een gemeenschappelijke taal. De tone of voice is daarin zeer belangrijk, dat mensen kunnen ervaren dat ze op de mlp gewoon samen met anderen allerlei dingen kunnen uitproberen (een maaltijd bereiden, een stoel maken, een website maken).
– Joke Vandenabeele
Joke Vandenabeele: Van in het begin zijn we op zoek gegaan naar een gemeenschappelijke taal. De tone of voice is daarin zeer belangrijk, dat mensen kunnen ervaren dat ze op de mlp gewoon samen met anderen allerlei dingen kunnen uitproberen (een maaltijd bereiden, een stoel maken, een website maken). In de beginperiode is het mij opgevallen dat er veel gesproken en gedacht werd vanuit de deelplekken. Mensen vanuit de sociale economie en kwetsbare mensen gingen in de kantine gestationeerd worden. Dat vond ik op zich heel spijtig. We zitten niet meer in een verzuilde samenleving, maar blijkbaar wel nog in een samenleving waarin we doelgroepen in aparte hokjes zetten en koppelen aan specifieke activiteiten. De kwetsbare groepen in de kantine, de nerds bij de 3D-printer.Meer over ‘inclusie door cocreatie’ lees je hier.
Sarah Martens: Je kan daar wel blijven over praten, maar daarom dat we aan concrete tools werken om tot een gemeenschappelijke taal te komen.
Joke Vandenabeele: Dat zou wel eens moeilijk kunnen worden als wij hier niet meer zullen zijn. Het is erg belangrijk dat de rol van de coördinator op een dagdagelijkse basis kan worden opgenomen. Die moet ervoor zorgen dat het gebouw haar werkzaamheid en publiek karakter naar iedereen behoudt.Meer over ‘de plekwerker’ lees je hier bij ‘wendbare ruimte voor leren’..
Een coördinator doet dit door programma te maken samen met de bezoekers/bewoners van mlp, een verbindende rol op te nemen en van die gemeenschappelijke taal een levendig dialect van die plek te maken. Dat is heel belangrijk.
Ruth Wouters: Daarom hebben we eerst geprobeerd ook de rol van coördinator mee op te nemen in het ESF-project. Maar dat is heel moeizaam verlopen en dat hebben we toen losgelaten waardoor de samenwerking echter moeilijker werd. In de laatste maanden van het project zullen we nog enkele dingen opzetten om daaraan te verhelpen.