LoREco
De uitdaging

Wat was de uitdaging om het project op te starten? Wat ervaarden jullie als een probleem? Waarom wilden jullie dit project doen?
Jonas Van Lancker: Wij vertrokken vanuit de vaststelling dat onze huidige maatschappij en economie onder druk staan. We zijn voornamelijk gericht op een geglobaliseerde wereld en een geglobaliseerde economie. We zeulen met onze producten de hele wereld rond. We zijn gericht op eeuwigdurende, vooral economische groei, vooral in het Westen, en we kunnen ons afvragen of dat houdbaar is. We zien als (gedeeltelijk) gevolg een klimaatverandering en de opwarming van de aarde. We zien ook dat het aantal burnouts, depressies, bore-outs zeker niet afnemen in onze huidige maatschappij.

Jonas Van Lancker: Complementaire munten kunnen heel veel vormen aannemen. Een alternatief muntsysteem is iets wat iemand opzet met een aantal gelijkgestemden die samen iets willen realiseren en die zelf de regels van dat systeem bepalen. Je kunt bijvoorbeeld een munt opzetten om iets aan de economie te doen of om elkaar te waarderen als je klusjes doet voor elkaar. Je kunt dus je eigen regels bepalen over waar die munt waarde aan geeft, op welke manier ze gecreëerd wordt, of terug vernietigd wordt, en of ze al dan niet inwisselbaar is in euro, enzovoort.
Elke complementaire munt is anders omdat ze een andere doelstelling heeft en een andere werking heeft. Wat ons systeem uniek maakt is dat we geprobeerd hebben om er een gegarandeerd inkomen aan te koppelen. Dat is – zeker in Vlaanderen – nog niet gebeurd. Ook wereldwijd is dat vrij uniek. En natuurlijk proberen we daar economische, ecologische en maatschappelijke waarden aan te koppelen. Met ons project willen we de lokale ecosystemen in Vlaanderen versterken en opnieuw laten floreren.Meer over ecosystemen lees je hier. Je kan de munt niet omruilen tegen euro. Dat komt wel vaker voor, maar ook niet altijd. Op het systeem zit ook demurrage, een vorm van negatieve interest als je ze niet besteedt. Dat gebeurt ook niet zoveel in andere munten.
Geert Hofman: Het grote verschil met andere complementaire munten is dat wij ons concentreren op de implementatie van één aspect waarvan we denken dat het een effect gaat tot stand brengen dat we willen bereiken. Waar bijvoorbeeld Muntuit het middel – de munt – uitdraagt en faciliteert, hebben wij vooraf een doelstelling vooropgesteld en hebben wij de complementaire munt als middel geïdentificeerd om die doelstellingen te bereiken.
Hebben jullie ook contact gezocht met buitenlandse voorbeelden?
Jonas Van Lancker: We hebben daar niet expliciet contact mee gezocht. Muntuit was heel goed op de hoogte van een aantal buitenlandse voorbeelden en van de lessen die daaruit geleerd zijn. Maar we hebben wel de trekker van de Bristol Pound ontmoet, één van de grootste complementaire munten wereldwijd. Hun geleerde lessen waren heel leerrijk voor ons. Als we hen iets vroeger waren tegengekomen, hadden we misschien een aantal dingen net ietsje anders gedaan (lacht).
