DE MET

De trots

De Met

Waar zijn jullie het meest fier op?

Elke Geuens: Ik ben het meest trots op de dagelijkse werking. Ik was zonet nog in onze vestiging in Sint-Katelijne-Waver, en als ik daar dan binnenloop en ze begroeten mij en als ik iedereen bezig zie, dan voel ik mij heel blij worden. Ook als ik zie hoe het loopt in onze nieuwste vestiging in Tielt-Winge en hoe goed ze bezig zijn met hun challenges.

De MET
Helga Schepers: Ik was hier ook eens toevallig toen juist radiozender MNM ging komen die ‘De Strafste School’ zochten. Een leerling van De MET heeft zelf het initiatief genomen om de school in te schrijven zonder dat daar enige druk op stond. Ze hebben een hele dans verzonnen, een liedje gemaakt. Als je die foto’s terugziet, dan zie je hoe content die leerlingen zijn.

 Griet Mertens: Voor mij zijn dat de momenten waarbij de leerlingen er helemaal gestaan hebben. En dan vind ik eigenlijk onze officiële opening van De MET na een goeie maand. Die hebben we helemaal in handen van onze leerlingen gegeven. We hebben hen gewoon gezegd: ‘ga jullie gang’. Het resultaat was echt iets om trots op te zijn. Veel collega’s zagen dat niet goed komen en wilden hen toch een structuur meegeven. Maar we hebben het er toch op gewaagd, en dat was echt een fantastische avond die zij helemaal gedragen hebben. De burgemeester was er en zij hadden een hele mooie taart gemaakt. Ik heb de hele avond kunnen babbelen met iedereen en ik heb me geen seconde moeten bezighouden met of alles nu wel liep. Dat soort momenten komt nu regelmatig terug. Maar dat was toen echt de eerste keer. Ze zaten nog maar een maand bij ons en toch speelden zij dat klaar. Ongelooflijk was dat!

Elke Geuens: Ook bij de opendeurdag bijvoorbeeld was de meerderheid van ons team ziek. We dachten dat die opendeurdag in het water zou vallen. Maar hier stonden 20 leerlingen en die hebben alle rondleidingen zelf gedaan en wij hebben alleen maar de speciale vragen moeten beantwoorden. De rest hebben zij allemaal perfect gedaan. Dat is ook omdat wij echt doen wat wij zeggen dat we doen. Dus die leerlingen moesten geen showtje opvoeren.

Helga Schepers: Wat daar ook heel belangrijk in is dat zij de verantwoordelijkheid krijgen en mogen nemen. Je krijgt verantwoordelijkheid voor je eigen leerproces.Meesterschap over je eigen leerweg, dus. Lees hier meer. Je wordt serieus genomen. Dat is superkrachtig.

“Voor mij zijn dat de momenten waarbij de leerlingen er helemaal gestaan hebben.”

WAT DE INSPECTIE ZEGT

De onderwijsinspectie bezocht De MET in januari 2020. Het referentiekader voor onderwijskwaliteit vormde hierbij de toetssteen. De MET behaalde op alle ontwikkelingsschalen de hoogst mogelijke score en kreeg daarmee vanuit de onderwijsinspectie het nodige vertrouwen. De MET haalde hiermee de erkenning van het Ministerie van Onderwijs binnen.

Volgens de onderwijsinspectie heeft De MET ‘de essentie van leren’ echt beet en begrijpt de school waar leren over gaat en hoe dat best aan te pakken. Ze merkt op dat De MET als leerhub bijzonder dicht bij de lerende jongeren staat en dat hun leerproces maar ook hun ‘leefproces’ zorgvuldig en van dichtbij opgevolgd wordt. Het participatieve karakter van De MET zagen ze in vele aspecten zichtbaar, zowel bij de ouders als de leerlingen en de experten. Ook de wijze van evalueren en feedback geven werd enthousiast onthaald. De Voortgangsmonitor werd geprezen als een tool die helder in kaart brengt waar de leerling staat en die tegelijkertijd laagdrempelig, duidelijk en gebruiksvriendelijk is voor de leerling zelf.De Voortgangsmonitor is bij uitstek een tool om leerlingen meester te laten zijn over hun eigen leerweg. Lees hier meer. Het feit dat zowel de leerling als de coach hierin hun evaluatie uitvoeren en opvolgen, maakt de monitor bovendien een interessante tool voor andere scholen.

Elke Geuens: Ja natuurlijk, op dat verslag van de inspectie waren we ook heel trots. Het was één van de hoogtepunten in het eerste jaar. Ik hoop dat dit een aantal dingen ten goede kan veranderen. Tegelijk ben ik daar niet zo gerust in. Ik krijg zoveel vragen van mensen die in hun regio iets soortgelijks willen doen. Ik wijs ze dan de weg naar de programmatienormen en de wetgeving want daar moet je mee beginnen om te zien of je die aantallen kan halen. En je moet een gebouw hebben. Dat zijn de twee dingen die ik hen meegeef, want je kan niets zonder dat. Maar die dingen blijven juist heel moeilijk. Wat we wel voelen is ook dat er meer en meer interesse is vanuit bestaande scholen en vanuit bestaande koepels. Wij doen regelmatig schoolbezoeken, i.s.m. Mariet Vrancken, die ook mee ons ESF-dossier geschreven heeft vanuit CEGO (Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs). Vorige week was er hier ook een groep van directies die kwamen kijken naar onze werking. Je ziet dan ook dat kleine stukjes daarvan meegenomen worden naar scholen in het hele land. Dat vind ik ook echt iets om trots op te zijn.

Negen transitie-experimenten verkregen vanuit het Europese Sociaal Fonds financiering en ondersteuning.