Buurt in de campus, campus in de buurt

Het aha-moment

Artevelde

Wat herinner je je als doorslaggevende momenten? Positief, maar mogelijk ook negatief?

Je taalgebruik afstemmen op je doelgroep

Maaike Mottart: Het grootste inzicht tijdens dit proces kwam er bij mij toen we beseften dat we bij onze partners van binnen en buiten de hogeschool echt moeten inzetten op het formuleren van een gedeelde taal. We moesten echt op zoek gaan naar hoe we onderwijs, werk, leven, leren met elkaar kunnen verbinden. We ontdekten het belang van je taalgebruik af te stemmen op de doelgroep die je op dat moment voor ogen hebt. Als we ons richten op de directie, moeten we dat op een andere manier en met andere woorden doen dan wanneer we ons richten naar buurtbewoners, of studenten, of de stad, of andere hogescholen, enzovoort. Bijvoorbeeld bij buurtbewoners moet je niet met een folder met de visie van Buurtcampus afkomen, want daar hebben zij totaal geen boodschap aan. Dat zal hen niet warm maken om de stap te zetten naar onze hogeschool. We moeten vooral vertrekken van what’s in it for them en vanuit hun eigen verhalen vertrekken.

Konekt

Plots leek alles juridisch wel mogelijk

An Keppens: Voor mij het grootste AHA-moment was het contract met KAA Gent Foundation waar alles juridisch plots toch mogelijk leek te zijn. Daarna hebben we geen contracten meer opgemaakt. De andere dingen zijn gewoon gebeurd zonder grote contracten te maken. Maar in dat eerste contract stond heel mooi de wisselwerking beschreven. Dus dat het niet alleen over het gebruik van lokalen ging, maar dat het ook om inhoudelijke samenwerking ging. In dat contract werd op 3 niveaus de samenwerking beschreven en ook de verantwoordelijkheden van alle partners.‘Samen organiseren voor transitie’ vraagt om goede (schriftelijke) afspraken. Lees hier meer.

Maaike Mottart: Daaruit leerden we dat we eigenlijk al van bij het eerste contact een stapje verder mogen gaan. Bijvoorbeeld: als een organisatie komt met een vraag om een lokaal te gebruiken, moeten wij al de reflex hebben om te vragen of we ook niet eens nauwere samenwerkingen zouden kunnen onderzoeken of wat we voor elkaar op een andere manier zouden kunnen betekenen.

An Keppens: Dat is een cruciaal punt, en in de toekomst moeten we alle opleidingen waar een vraag binnenkomt, er van doordringen dat er verder moet gekeken worden naar alle kansen die zo’n vraag kan bieden.

Negen transitie-experimenten verkregen vanuit het Europese Sociaal Fonds financiering en ondersteuning.